Op 22.Dec.1894 kwam hier als pastoor benoemd door Z.D.H. Monseigneur P.M. Snickers Aartsbisschop van Utrecht Joannes Lambertus Hoebink geboren te Nijkerk 7.Nov.1841, priester gewijd 10.Aug.1867 door Z.D.H.Monseigneur A.J. Schaepman, Bovengenoemde Joannes Lambertus Hoebink was zes jaar assistent kapelaan te Hengelo Over-IJssel, vervolgens omtrent 10 jaar kapelaan te Hilversum, vanwaar hij naar Assen in Drenthe vertrok als pastoor, 12 jaar bestuurde Hij genoemde parochie, en trachtte gedurende 5 jaar lang te Smilde aan de Vaart een bijkerk te stichten, wat Hem helaas mislukte, en waarna Monseigneur P.M. Snickers Hem benoemde als opvolger van den ZeerE.Heer pastoor Geerdes te Blaricum.

 Den 29sten Maart op Vrijdagmorgen 1912 overleed pastoor Joannes Lambertus Hoebink in den ouderdom van ruim 71 jaren, tijdig voorzien met de laatste H.H. Sacramenten. Een hartkwaal maakte een einde aan dat welbesteedde leven. Hij was inderdaad een man naar Gods hart, een ware Israëliet, in wien geen bedrog te vinden was. Algemeen werd hij erkend als aller geestelijke vader, terwijl hij een buitengewone zorg besteedde aan het geestelijke leven van hen, die aan zijn zielzorg waren toevertrouwd. Moge de goede Vader in den Hemel hem gegeven hebben een hoogen Pastoor Hoebink
zetel in den hemel. Zijn gezegend aandenken in deze parochie moge zeer lang voortduren! Bij gelegenheid van het 40 jarig priesterfeest van pastoor Hoebink z.g. werd de nieuwe doopvont in de kerk geplaatst. Het is een mooi stuk smeedwerk, maar op een verkeerde plaats opgesteld. Later liet hij door den heer H. Banis een kostbare kast voor de sacristie maken, ofschoon ze op de plaats in den hoek tegenover het Jozefaltaar niet tot haar recht komt. Onder pastoor Hoebink z.g. kwam er een R.K.Werkliedenvereeniging tot stand, waarvan hij tot aan zijn dood geestelijk adviseur was. De eerw.heer L. Feddema bleef bij pastoor Hoebink zoolang deze leefde, en op denzelfden dag, den 3den Mei, dat de nieuwe pastoor zou arriveeren, vertrok de eerw.heer L.Feddema naar de Zusters te Montfoort, maar overleed reeds den volgenden dag, Zaterdagavond, plotseling. Den 9den Mei 1912 werd hij te Blaricum plechtig begraven.